Ooit, lang geleden, ontstond er in de oerbreinen van onze voorouders een versnelling van gedachten. Een diepe wens om wat we vol verwondering om ons heen zagen, te verklaren. Om de kwetsbaarheid en betoverende schoonheid van de wereld te begrijpen. Een verlangen om te doorgronden de krachten achter de bloei van de planten, het zingen van de vogels, het ritme van de golven en de zich samentrekkende wolken hoog boven onze hoofden. We bedachten taal om elkaar te vertellen over deze wonderen en we begonnen dat nieuwe avontuur met een gedicht.
Het onderzoek naar de ‘reden van alles’ noemden we wetenschap. Maar onze liefde voor de schoonheid en eenheid van de wereld werd omcirkeld en aangevallen door een verlangen naar macht. We kwamen terecht in een transitie van ‘contemplatie naar manipulatie’ en het levensgeluk verdween uit de harten van mensen en werd vervangen door angst.
Een weg splitste zich voor ons met enerzijds technologie als controlemiddel en anderzijds als groeimiddel. We maakten vergelijkingen en theorieën en we ontdekten natuurkundige wetten over de werking van zonnen, maar op hetzelfde moment maakten we alles vernietigende raketten en bommen. Dat alles in een poging om het leven onder controle te krijgen en te begrijpen waarom wij mensen hier op aarde zijn.
We gingen op een ander pad door met het maken van schilderijen, van gedichten en liedjes in een poging om juist te leven met het feit, dat we nooit zeker kunnen weten waarom we hier zijn.
De filosofen en politici raakten verstrikt in onnavolgbare discussies en plots waren we allemaal verdeeld in kampen, in links en rechts, in voor en tegen. Onze levens verworden tot een wedstrijd waar de natuur enkel nog een rol speelde als voer voor onze oneindige zucht naar meer. Hangend tussen deze polen van betekenis bouwden we machines en we aanbidden ze als kunstwerken van het hoogste menselijke kunnen. We voerden ze met onze wensen gecodeerd in commando’s, in computertaal met enen en nullen. Maar onze binaire keuzes doen ons vluchten van een echt, naar een digitaal leven. Van de zon en de zee en het voelen van de wind in je haar, naar het leven als avatar.
Wat ooit begon als een hoopvol vers in een menselijk gedicht is door de eeuwen heen verworden tot een nieuwe vorm, een zogenaamde intelligentie van kunstmatig leven.
We zijn van aanbidden van Goden in de wolken naar aanbidden van een andere cloud gegaan. Is het geloof dat A.I. ons redden gaat echt anders dan het geloof dat sommigen onder ons met God konden spreken?
Ooit, zo lang geleden groeiden we hard en snel, er was toen ook intelligentie overal om ons heen en we hadden over de reden ervan, net als nu, geen idee.
We denken in deze periode dat rekenkundige machines ons de antwoorden zullen bieden. Maar, om ons huidige leven weer doel te geven moeten we wellicht terug naar lang geleden, terug naar aanbidding van de natuur en opnieuw beseffen dat we spirituele, creatieve wezens zijn.
Dat we onze antwoorden enkel vinden als we stoppen met manipuleren en we onszelf ruimte geven om te contempleren.
Ooit, lang geleden…
Ooit, lang geleden, ontstond er in de oerbreinen van onze voorouders een versnelling van gedachten. Een diepe wens om, wat we vol verwondering om ons heen zagen, te kunnen rijmen. Om de kwetsbaarheid en betoverende schoonheid van de wereld te begrijpen.
Een verlangen om te doorgronden, de krachten achter de bloei van de planten,het zingen van de vogels, het ritme van de golven en de zich samentrekkende wolken hoog boven onze hoofden.
We bedachten taal om elkaar te vertellen over deze wonderen en we begonnen dat nieuwe avontuur met een gedicht.
Erwin Steijlen september 2024
Erwin is kunstenaar, componist, dichter, spreker, dagvoorzitter en creactivist.